Welke adviezen wil je cliënt niet meer horen?

Naasten zeggen vaak dat de adviezen die ze krijgen niet werken. Waarom is dat? Omdat deze adviezen gericht zijn op het veranderen van de ander. En precies dát is wat niet kan. Je kunt alleen jezelf veranderen. Maar hoe kun jij als professional of naaste dan wél helpen?
“Welke adviezen wil je niet meer horen?”
Dat was de vraag die ik stelde in mijn gratis tweewekelijkse WhatsApp-bericht. De reacties stroomden binnen. Hier een greep uit de antwoorden:
- Laat hem los
- Gewoon streng zijn
- Ga niet mee in de paniek
- Daar moet hij gewoon mee stoppen
- Heb je al gedacht aan scheiden?
- Gooi al die spullen gewoon weg
- Je moet grenzen stellen
- Laat het maar misgaan, dan komt ze vanzelf tot inzicht
Goedbedoelde adviezen. Maar voor naasten vaak pijnlijk en frustrerend. Ze voelen zich niet serieus genomen en in de steek gelaten.
Naasten hebben niets aan adviezen
Mensen die deze adviezen krijgen hebben een partner of een kind of een ouder met psychische klachten. Soms is er geen diagnose gesteld, soms wel. Regelmatig gaat het om een combinatie van diagnoses, bijvoorbeeld iemand met autisme, eetstoornis en dwang.
Heftige problematiek voor de persoon zelf, omdat het in ons land ongelooflijk moeilijk is om hulp te vinden als het gaat om een combinatie van diagnoses. Elke diagnose heeft een eigen ‘loket’ en er is weinig samenwerking tussen de diverse loketten. Of eerst moet de ene diagnose behandeld worden voordat de andere diagnose in aanmerking komt voor therapie.
Van het thuisfront wordt veel gevraagd.
Er wordt teveel gevraagd!
Deze naasten zijn sterk. Ongelooflijk sterk. Ze houden het heel lang vol. Ze vragen geen hulp voor zichzelf. Ze proberen op alle mogelijke manieren om de ander te helpen. Dat is de persoon van wie ze houden. Degene waar ze zich verantwoordelijk voor voelen en die ze ‘beter’ willen maken. Maar er is ook de angst dat het misgaat, dat het slechter gaat. Er is de angst voor de woede uitbarstingen. Daarom doen naasten uiteindelijk alles om te zorgen dat de ander weer rustig wordt. Dat is uiteindelijk beter voor het hele gezin.
En dit proces is precies waarom adviezen niet werken! Ze zijn erop gericht om de ander te veranderen.
Het zijn geen grenzen die naasten voor zichzelf stellen, maar tegen hun gezinslid met de psychische problematiek.
Wat ik toen deed en wat ik nu doe
Ik was zelf zo’n naaste. Ook ik kon niets met de adviezen die ik kreeg. Mijn overtuiging dat niets hielp werd daardoor steeds meer bevestigd.
Ik ontdekte dat alles wat ik deed gericht was op mijn partner en kind ‘beter’ te maken. Na 15 jaar was het te zwaar.
Toen ben ik anders het gaan doen. Dit bleek de opening voor een hele andere manier voor omgaan met de ggz-problematiek binnen mijn gezin. Een manier die wel bleek te helpen.
Dat begon met te herkennen dat al mijn reacties en acties voortkwamen uit angst. Mijn angst.
Vervolgens wilde ik dat mijn partner en kind ander gedrag lieten zien zodat mijn angst minder kon worden.
Ik ontdekte dat ik de verantwoordelijkheid voor mijn angst bij hen neerlegde.
De grenzen die ik stelde, gingen over hen. Zij moesten zich aanpassen, pas dan kon ik grenzen aan mijzelf stellen.
Toen ik dit ontdekte en hieraan ging werken, veranderde er eindelijk iets in ons gezin.
Daar is de basis gelegd voor mijn praktijk, die ’toevallig’ ontstond. Eerst eenvoudig en laagdrempelig. Vanuit de positieve effecten die ik merkte bij cliënten, ben ik deze manier gaan professionaliseren. Dit heeft geresulteerd in de Boonstra-methode en het boek ‘Als helpen niet helpt’.
Ruim tien jaar begeleid ik naasten in de Boonstra-methode, ben ik relatietherapeut voor koppels waarvan één van de twee een diagnose heeft, geef ik lezingen en train ik professionals.
Waarom? Omdat deze manier van helpen wel helpt en dat begint bij de manier waarop we naasten in dit proces begeleiden.
========================================================================