Als hij beter is, mag ik voor mezelf gaan zorgen

Loslaten

Wachten tot zijn angst en dwang beter wordt, voordat ik het kan loslaten. Zo deed ik dat. Tot ik leerde om niet mijn gezin los te laten, maar wel hun diagnose. Daarna kon ik weer op zoek naar mezelf.

Dat meisje met de staartjes, dat zo open de wereld in kijkt, dan ben ik. Heel lang -zo’n veertig jaar!- heb ik mijzelf hier niet in herkend. Dit was vroeger, dit deel was ik kwijt.

Vroeger durfde ik mezelf nauwelijks te laten zien. Ik werd niet echt gepest, maar was wel een muurbloempje. Waar ik als klein meisje heel open de wereld in keek, veranderde dat in de loop van mijn jeugd en sta ik op veel foto’s van vroeger niet zichtbaar of met mijn rug naar de camera. Achteraf weet ik dat het voor mij de manier was om te kunnen leven met de situatie waar ik in zat. Waar wij als gezin in zaten.

Gedrag als gewoonte

En toch ……. ergens wordt dat gedrag een gewoonte. Doe je het zoals je het altijd hebt gedaan. Daar was ik goed in. Ik was gewend om niet op te vallen en vanuit de achtergrond te bewegen. Letten op iedereen en op mijn manier zorgen dat alles zo goed mogelijk ging. Onopvallend mijn verantwoordelijkheid dragen.
Waarom?

Nu ik veertig jaar verder ben, begrijp ik hoe het is gegaan zoals het is gegaan. Het werkelijke waarom ik zo deed zoals ik deed, weet ik nog steeds niet echt.

Toen ik als verpleegkundige net van school kwam, liet ik me klein maken door collega’s die vonden dat iets op een bepaalde manier gedaan moest worden. Vaak was hun argument “dat doen we altijd zo”. Omdat ik niet gewend was om mezelf te laten zien, durfde ik daar niet tegenin te gaan. Ik heb in diverse ziekenhuizen en op verschillende afdelingen gewerkt en niet overal had ik een fijne plek in het team. Ik was te onzichtbaar en dat kwam niet altijd vrolijk en ontspannen over. In teams waar ik wel gezien werd kon ik veel meer van mezelf laten zien. Als ik eerlijk ben, liet ik het van het team afhangen of ik ergens wel of niet mijn plek vond.
De beweging moest bij de ander vandaan komen en dan kon ik er in mee gaan. Zij moesten bewijzen dat ze te vertrouwen waren, en pas dan liet ik zien dat ik te vertrouwen was.

Eerst vertrouwen krijgen, dan vertrouwen geven

Wachten op de ander

In mijn jaren als docent verpleegkunde was dit ook regelmatig een onderwerp met studenten. Zeker in het onderwijs van tegenwoordig moet je als student en stagiaire ‘jezelf laten zien’. Veel studenten vonden dat moeilijk, hadden daar slechte ervaringen mee en wachtten tot de ander liet zien dat hij te vertrouwen was. Wachten op de ander, voordat je zelf in beweging durft te komen.
Voor mijn studenten vergeleek ik het met Sinterklaas. Je hebt een cadeau voor iemand maar je wacht met geven totdat jij jouw cadeau hebt gehad. Als iedereen dat denkt, dan wordt het lang wachten.

Dit gaat over angst.
Angst voor wat er heel misschien eventueel zou kunnen gebeuren. Want misschien is er ooit een slechte ervaring geweest. Heeft iemand een keer tegen je gezegd dat je een stomme opmerking maakte of heb je een verkeerde beslissing genomen. En stel je voor dat dit weer gebeurt!
Je hoofd kan helemaal uitdenken wat er kan gebeuren. Je lichaam schiet in de weerstand door middel van een angstreactie. Bang voor wat er kan gebeuren. Hoe kom je daar uit?

Gaat het over werkelijk bang zijn voor iets, gebaseerd op een ervaring uit het verleden?

Of gaat het over reageren vanuit een gewoonte en vind je het eng om dat te veranderen?

Veranderen vraagt moed

Dat kleine meisje op de foto had ooit redenen om zich te verschuilen, om zichzelf niet meer te laten zien. Ze moest zich aanpassen en verantwoordelijkheid dragen.

Toen dat niet meer nodig was, bleef ik het doen. Gewoon omdat ik dat gewend was. Dat was wie ik was en hoe ik deed. Alleen was ik geen klein meisje meer, maar een volwassen vrouw. En ik kwam in de situatie van twee gezinsleden met een GGZ-diagnose. Dat deed een beroep op mijn  aanpassingsvermogen. Dat vroeg verantwoordelijkheid om te zorgen dat de normale dagelijkse dingen niet escaleerden (als gevolg van gedrag dat voorkwam uit de diagnose). In dat plaatje paste ik perfect. Aanpassen, verantwoordelijk voelen en zorgen voor.

Ik heb heel veel gedaan om te zorgen dat het met mijn gezinsleden beter ging. Als zij beter zouden zijn, zou het met mij ook beter gaan. Pas dan mocht ik aan mezelf gaan denken. Ik wilde niet egoïstisch zijn. Dit heb ik lang volgehouden. Hoewel ik dagelijks bewijs kreeg dat het niet hielp wat ik deed, bleef ik het doen. Mijn gewoonte van aanpassen, verantwoordelijk voelen en zorgen voor. Vanuit een ‘veilige’ gewoonte, bang om te veranderen.

Achteraf weet ik dat ik niet durfde te veranderen. Daar had ik allerlei legitieme argumenten voor.

“Weet je wel wat het betekent om samen te leven met twee gezinsleden met een GGZ-diagnose? Dan heb je niet de luxe om het anders te gaan doen!”
Het heeft nog een paar jaar en een pittige persoonlijke strijd gekost voordat ik inzag dat ik niet durfde. Pas toen ik werkelijk ‘leeg’ was en op de bodem zat, kon ik het toegeven. Ik moest wel. Toen durfde ik.

Als ik loslaat, kan de ander komen

Het bizarre was dat juist het tegenovergestelde gebeurde van waar ik bang voor was. Het ging niet mis. Juist doordat ik minder op de angst en dwang lette, werden deze minder. Door dat ik duidelijker werd (mijn ja werd ja en mijn nee werd nee) wisten mijn partner en kind waar ze bij mij aan toe waren. Er kwam bij hen meer rust. Mijn eigen grenzen aangeven bleek ik wel te kunnen. In mijn gezin was ik de sleutel waardoor er een andere deur voor ons allemaal openging. Ik hoefde niet te wachten tot zij beter waren voordat ik het anders mocht gaan doen.
Dat vraagt lef.
Dat vraagt moed.
Dat vraagt vertrouwen in mij.
Dat vraagt loslaten.
Allemaal eigenschappen waarvan ik dacht dat ik ze niet had. Of in ieder geval niet kon en mocht inzetten in mijn situatie.

Achteraf is deze weg makkelijker geweest dan de weg daarvoor. Natuurlijk met ups en downs. Maar mijn angst had mij en ons gezin vastgezet. Toen ik die angst onder ogen durfde te zien kon ik gaan bewegen. Ik liet niet mijn partner en kind los, ik liet wel hun diagnose los. Door mijn aandacht voor hun diagnose, hield ik het mede in stand. Door mijn loslaten, konden zij als persoon in beweging komen. Toen kon ik ze werkelijk helpen.

De diagnose in stand houden door vast te houden

En ik? Ik herken mezelf weer in dat kleine meisje dat ik vroeger was. Ik heb niet meer gewacht tot de situatie het toeliet, ik ben haar zelf gaan zoeken. De gewoonte van mijn oude gedrag heb ik losgelaten, daarom kon het kleine meisje weer komen.

Dat wat je vasthoudt, houd je in stand.
Dat wat je loslaat, kan naar je toe komen.

Wil je jouw verhaal aan mij vertellen? Dat mag. Stuur me een berichtje of bel/app 0681941059

Wil je vaker mijn blog lezen?
En op de hoogte blijven?

Meld je dan hier aan voor mijn nieuwsbrief.

Please enter your name.
Please enter a valid email address.
Something went wrong. Please check your entries and try again.

Laat een reactie achter